Soms verbaas je jezelf. In dit geval vooral wat de impact is van het 3d-effect op het overbrengen van de boodschap. De voorbeeld-illustratie die we van OVD Uitgeverij kregen was een ‘platte tekening’. Door in zo’n 2d-weergave enkel een stippellijn te gebruiken voor hoogwater, geef je vooral aan dat de dijken hoog genoeg moeten zijn.
Fascinerend om te zien dat je met een ruimtelijke illustratie juist ervaart hoeveel water er door de rivier verwerkt moet worden. De ‘wiebelpijlen’ versterken deze ervaring doordat ze de 4e dimensie toevoegen: tijd. Het water staat niet alleen hoog, maar elke seconde verplaatsen de kuub water zich richting zee.
Voor ons eigen beeld hebben we geprobeerd te achterhalen hoeveel kuub water er door de IJssel stroomt, en dan met name het verschil tussen winter en zomer. We konden daar helaas niets over vinden … Wél hebben we ontdekt dat de afvoer van het water – ook wel debiet genoemd – door de Rijn circa 2.200 m3 per seconde is (bij Lobith). Vanaf 4.000 m3/s beginnen de uiterwaarden te overstromen. Ter vergelijking: de extreme afvoer in 1995 bedroeg bijna 12.000 m3/s. Dat is bijna 5,5 keer meer dan normaal!
Weet jij hoeveel kuub water er in de winter méér door de IJssel stroomt dan in de zomer? We horen het graag!
